Innovatief, participatief en herstelgericht werken voor kinderen en gezinnen met een vader in detentie
Naar schatting zijn er in Nederland 25.000 kinderen die één van hun ouders moeten missen omdat de ouder in detentie verblijft. Meestal gaat het om vaders. Voor veel van deze kinderen verdwijnt een belangrijke hechtingsfiguur van de ene op de andere dag uit hun dagelijks leven. Niet zelden zijn ze er getuige van dat een arrestatieteam de woning binnenvalt en hun vader voor hun ogen van het bed licht en meeneemt.
Kinderen met een vader in detentie ervaren problemen op vele gebieden, de cognitieve en emotionele ontwikkeling, gedrag, lichamelijke gezondheid en het sociale functioneren. Vroegtijdige signalering en ondersteuning is daarom noodzakelijk om ernstige problemen op het gebied van het welzijn van het kind en intergenerationele overdracht te voorkomen.
Ondanks het feit dat kinderen onbedoeld medeslachtoffers zijn van de detentie van hun vader, is er geen landelijke aanpak die de rechten van het kind centraal stelt en ervoor zorgt dat de impact van detentie op kinderen beperkt blijft. Integendeel: de afstand tussen beide werelden is erg groot. Penitentiaire instituten en organisaties in het jeugdlandschap worstelen beide met de kernvraag: wat is onze maatschappelijke opdracht naar kinderen van gedetineerde vaders en hun achterblijvende gezinnen? Niet verwonderlijk dus dat deze grote groep van kinderen en gezinnen voor beide werelden vrijwel onzichtbaar is.
Hoe gaan we te werk?
De lectoraten ‘Participatieve Innovatie in het Jeugdlandschap’ van Centre of Expertise Perspectief in Gezondheid en ‘Transmuraal en Herstelgericht Werken’ van Centre of Expertise Veiligheid & Veerkracht van Avans Hogeschool slaan in dit project de handen ineen. Door middel van interviews met professionals werkzaam in het jeugdlandschap wordt onderzocht waar deze kinderen vindbaar zijn. Ook wordt onderzocht welke vragen en behoeften deze professionals hebben als het gaat om het bieden van preventie, steun en hulp aan kinderen met een ouder in detentie. Ten slotte wordt door middel van een focusgroep onderzocht welke ondersteuningsbehoeften die deze kinderen en de achterblijvende ouder zelf hebben.
Partners
Het project wordt gefinancierd door een pre-seed subsidie van Avans Hogeschool. De resultaten van het project moeten leiden tot een vervolgsubsidieaanvraag samen met partners in het jeugdlandschap en het justitiële en penitentiaire werkveld.
